De watervallen van Iguazú (Spaans) of Iguaçu (Portugees) liggen op de grens van Brazilië en Argentinië, vlakbij het drielandenpunt Argentinië-Brazilië-Paraguay. Iguaçu betekent 'groot water' in het Guaraní en in totaal zijn er 275 watervallen met een gemiddelde hoogte van 80 meter. Het is het grootste complex van watervallen in Zuid-Amerika... en ze zijn heel gemakkelijk bereikbaar. In juli 2007 hebben we de watervallen een eerste keer bezocht en we waren toen zo onder de indruk dat we graag nog eens terug wilden.
In de 17e en 18e eeuw kwamen de Jezuïeten massaal naar Zuid-Amerika. Er werden tientallen missieposten opgericht in Paraguay, Bolivia, Zuid-Brazilië en Noord-Argentinië. De Jezuïeten wilden de plaatselijke bevolking redden uit de handen van Portugese slavendrijvers en Spaanse uitbuiters... en natuurlijk zieltjes ronselen. In Noord-Argentinië werden in de omgeving van Córdoba verschillende 'estancias' of grote boerenbedrijven opgericht, gerund door de Jezuïeten. De estancias hadden niet alleen een religieus, maar ook een sociaal en economisch doel. Elke estancia heeft tegenwoordig een museum waar je veel te weten komt over de 150 jarige aanwezigheid van de missionarissen.
Buenos Aires met zijn indrukwekkende en elegante gebouwen doet me een beetje denken aan Parijs, maar dan veel melancholischer. Ooit behoorde Argentinië tot de 10 welvarendste landen ter wereld en trok de hoofdstad miljoenen Europeanen aan op zoek naar een beter leven. De vergane glorie is duidelijk voelbaar en zichtbaar. De dictatuur en de crisisjaren hebben hun sporen achtergelaten in het ooit zo glamoureuze straatbeeld. De immense tegenstellingen tussen arm en rijk hebben het imago van de stad een flinke deuk bezorgd. Maar laten we nu net van tegenstellingen houden!
Argentinië stond van in het begin op ons lijstje met landen die we tijdens onze wereldreis wilden bezoeken. In de negentiende eeuw was Argentinië nog een welvarend land, maar door de economische crisis van 2001-2002 en het huidige financiële wanbeleid is de Argentijnse peso vandaag niet meer veel waard. Toch is Argentinië niet goedkoop. Veel toeristen weten het niet, maar als je dollars meeneemt, kan je reis een stuk goedkoper worden.
Een van de leuke dingen aan reizen vind ik altijd de lokale keuken en de typische gerechten ontdekken. Op voorwaarde dat er geen vlees in zit. In een vleesland als Argentinië met zijn asados en parillas is dat niet vanzelfsprekend. Maar gelukkig bevat het Argentijnse dieet naast pizza, pasta en alfajores ook empanadas... En we krijgen er niet genoeg van. Deze heerlijk gevulde deeghapjes - ze zien er uit als kleine calzones - zijn een nationaal gerecht dat je zeker geproefd moet hebben. Je vindt ze echt overal en bijna alle Argentijnse provincies hebben hun eigen recept.
Mendoza is een regio in het westen van Argentinië., gelegen aan de voeten van de Andes en slechts een paar uur verwijderd van de Chileense hoofdstad. In heel Zuid-Amerika staat de regio bekend als dé wijnstreek bij uitstek. Vooral de Malbec wijnen worden internationaal geprezen. Het is ook de grootste wijnstreek in Argentinië en herbergt maar liefst 70% van alle wijngaarden, die tussen de 900 en 1500m gelegen zijn. Het smeltwater van de nabijgelegen gletsjers en de Aconcagua wordt via kanaaltje naar de wijngaarden geleid. Kritisch als we zijn, moesten we natuurlijk eerst de proef op de som nemen.
El Bolsón is een klein, gezellig stadje in het merengebied van Argentinië. Doordat het in een vallei tussen twee bergketens ligt, heeft de stad een mild klimaat. In de jaren 70 streken hier hippies uit Buenos Aires neer en dat is vandaag nog te merken. Zo zijn er veel organische boerderijen waar je vrijwilligerswerk kan doen (bijvoorbeeld WWOOF). In tegenstelling tot het commerciële Bariloche is El Bolsón de hemel op aarde voor backpackers: budget- accommodaties, een markt met artisanale producten, lokale brouwerijtjes,... En in de omgeving kan je prachtige wandelingen maken.
Het desolate, onaangetaste en uitgestrekte Patagonië met zijn prachtige natuur blijft ons elke keer weer verbazen. Na een achtdaagse trektocht in het Chileense Torres del Paine, was het midden november tijd om de Argentijnse kant van Patagonië te verkennen. We wilden ook gaan trekken in het Los Glaciares National Park. Het ligt in het gebied dat ook bekend staat als de Austral Andes, in het zuidwesten van de provincie Santa Cruz en op de grens met Chili. Bergen, meren, bossen en enorme gletsjers vormen hier het landschap. 30% van dit park bestaat uit een ijsvlakte, de grootste na Antarctica. Het park bestaat uit twee delen. Het zuidelijk gedeelte bereik je vanuit El Calafate en het noordelijke via El Chaltén.
Mate is de drank die in heel Argentinië, Chili, Zuid-Brazilië en een deel van Paraguay gedronken wordt. Oorspronkelijk is het afkomstig uit Misiones in Argentinië en dateert uit de tijd van de Spaanse overheersing. Het is een soort thee gemaakt van de knoppen en blaadjes van de mateplant, de mengeling wordt yerba mate genoemd. Mate bevat meer cafeïne dan koffie en heeft daarom een opwekkende werking. Mate drinken is een dagelijks ritueel dat door jong en oud nog wordt gedaan. Op straat, in de auto, de supermarkt of op het werk, overal zie je de Mate (soort bekertje), Bomba (het metalen of houten rietje) en de thermos met warm water.
Ushuaia maakt dankbaar gebruik van zijn status als 'het einde van de wereld' om toeristen aan te trekken. Zowat alles krijgt hier de naam 'fin del mundo'. We reisden van het Chileense Punta Arenas helemaal naar het zuidelijkste puntje van Argentijns Patagonië. Een rit van zo'n 11 uur. Onderweg passeerden we eerder monotoon landschap vol schapen, namen we de ferry en moesten we weer de grens over. Vanaf Río Grande veranderde het landschap en zagen we langzaamaan de besneeuwde toppen van de Andes in het Beaglekanaal overgaan.
|
Republiek ArgentiniëHoofdstad: Buenos Aires |