Ooit was Maleisië volledig bedekt met oerbossen, uitgestrekte wouden van duizenden, soms zelfs miljoenen jaren oud. Het zijn complexe en kwetsbare ecosystemen. Jammer genoeg is een groot deel van die wouden gekapt om plaats te maken voor palmolieplantages. Gelukkig beseft Maleisië dat ze de resterende natuurpracht moet beschermen. Je vindt er dus prachtige natuurparken.
Hieronder onze top 3:
1. Kinabalu National Park
In de provincie Sabah, in het noorden van Borneo ligt Kinabalu NP, op een 2 uur rijden van de stad Kota Kinabalu. De goedkoopste accomodatie vind je natuurlijk buiten het park. Op een kilometer van de ingang ligt D'Villa Rina Ria Lodge (KM 53, Jalan Tinompek) met een prachtig zicht op het dal. Waarom moet je naar dit park komen? Voor de Gunung Kinabalu, met zijn 4095 m de hoogste berg van Zuidoost-Azië. Normaal gezien beklim je de berg in 2 dagen. Je overnacht in Laban Rata op een hoogte van 3272 meter. Maar alles was volgeboekt en eigenlijk was het pakket ook schandalig duur. We hadden 2 opties: naar het park gaan en hopen dat er 2 mensen annuleren of de berg in 1 dag beklimmen. Er zijn elke dag maar 4 permits voor de beklimming van 1 dag, en ook die waren al volzet voor de volgende dag. We hebben zowat gesmeekt en verteld dat het Björn zijn verjaardag was (was ook echt zo). Uiteindelijk mochten we de volgende ochtend mee.
Nadat we water en koekjes gekocht hadden, stonden we om 7 uur aan de ingang. Onze gids heette David en dit was zijn 392e beklimming. Hij had Kinabalu al 60 keer in 1 dag beklommen! Na een korte rit richting Timpohon Gate, begonnen we aan het 8,7 km lange pad richting de top. Het is een klim van 2300 meter. Het tempo lag hoog, want je moet een strak schema respecteren: 10.00 Laban Rata, 13.00 de top en 17.00 terug beneden. De beklimming was loodzwaar. Zonder Björn had Ellen zeker opgegeven. But we made it!! Boven sneed de wind. Gelukkig hadden we nog een fleece bij. Snel op de foto en nog een snickers binnenspelen, want het weer kan er snel omslaan. De afdaling leek eindeloos en hoewel we exact hetzelfde pad namen, herkenden we de meeste stukken niet.
We raden het niemand aan, maar stiekem zijn we toch een beetje trots dat we gunung Kinabalu in 1 dag gedaan hebben. Pas de volgende ochtend zijn we met zware benen en pijnlijke knieën naar Kota Kinabalu teruggekeerd.
1. Kinabalu National Park
In de provincie Sabah, in het noorden van Borneo ligt Kinabalu NP, op een 2 uur rijden van de stad Kota Kinabalu. De goedkoopste accomodatie vind je natuurlijk buiten het park. Op een kilometer van de ingang ligt D'Villa Rina Ria Lodge (KM 53, Jalan Tinompek) met een prachtig zicht op het dal. Waarom moet je naar dit park komen? Voor de Gunung Kinabalu, met zijn 4095 m de hoogste berg van Zuidoost-Azië. Normaal gezien beklim je de berg in 2 dagen. Je overnacht in Laban Rata op een hoogte van 3272 meter. Maar alles was volgeboekt en eigenlijk was het pakket ook schandalig duur. We hadden 2 opties: naar het park gaan en hopen dat er 2 mensen annuleren of de berg in 1 dag beklimmen. Er zijn elke dag maar 4 permits voor de beklimming van 1 dag, en ook die waren al volzet voor de volgende dag. We hebben zowat gesmeekt en verteld dat het Björn zijn verjaardag was (was ook echt zo). Uiteindelijk mochten we de volgende ochtend mee.
Nadat we water en koekjes gekocht hadden, stonden we om 7 uur aan de ingang. Onze gids heette David en dit was zijn 392e beklimming. Hij had Kinabalu al 60 keer in 1 dag beklommen! Na een korte rit richting Timpohon Gate, begonnen we aan het 8,7 km lange pad richting de top. Het is een klim van 2300 meter. Het tempo lag hoog, want je moet een strak schema respecteren: 10.00 Laban Rata, 13.00 de top en 17.00 terug beneden. De beklimming was loodzwaar. Zonder Björn had Ellen zeker opgegeven. But we made it!! Boven sneed de wind. Gelukkig hadden we nog een fleece bij. Snel op de foto en nog een snickers binnenspelen, want het weer kan er snel omslaan. De afdaling leek eindeloos en hoewel we exact hetzelfde pad namen, herkenden we de meeste stukken niet.
We raden het niemand aan, maar stiekem zijn we toch een beetje trots dat we gunung Kinabalu in 1 dag gedaan hebben. Pas de volgende ochtend zijn we met zware benen en pijnlijke knieën naar Kota Kinabalu teruggekeerd.
2. Bako National Park
Vanuit Kuching in Sarawak - in het noordwesten van Borneo - duurt de busrit (n° 6) een goed half uur. In Kampung Bako neem je een boot, ook 30 min. Je wordt op een prachtig strand afgezet. Bako is een klein park, maar heeft een enorme rijke variatie aan fauna en landschappen. Miljoenen jaren van erosie hebben dit landschap een trapsgewijze kust gegeven met gladde rotsen en plekjes met witte, zanderige baaien. De werking van de golven hebben ook de vormen van de kliffen zeldzame vormen gegeven met bogen en andere beeldvormen. Er zijn 16 goed bewegwijzerde wandelpaden. Omdat we niet gereserveerd hadden, konden we maar 1 nacht blijven, te kort om het hele park te zien. We deelden een vierpersoonskamer met 3 Oostenrijkers. Best krap met twee in een eenpersoonsbed, maar wel héél budgetvriendelijk. Boek dus toch best je accommodatie op voorhand als je in een drukke periode reist.
Tip:
Hoe schattig en lief de vele apen ook lijken, het zijn echte boeven. Ze werken samen om iets te stelen. Een paar apen zaten op het dak lawaai te maken. Toen de mensen naar buiten kwamen om te kijken waar het lawaai vandaan kwam, slopen andere de slaapkamer binnen.
Vanuit Kuching in Sarawak - in het noordwesten van Borneo - duurt de busrit (n° 6) een goed half uur. In Kampung Bako neem je een boot, ook 30 min. Je wordt op een prachtig strand afgezet. Bako is een klein park, maar heeft een enorme rijke variatie aan fauna en landschappen. Miljoenen jaren van erosie hebben dit landschap een trapsgewijze kust gegeven met gladde rotsen en plekjes met witte, zanderige baaien. De werking van de golven hebben ook de vormen van de kliffen zeldzame vormen gegeven met bogen en andere beeldvormen. Er zijn 16 goed bewegwijzerde wandelpaden. Omdat we niet gereserveerd hadden, konden we maar 1 nacht blijven, te kort om het hele park te zien. We deelden een vierpersoonskamer met 3 Oostenrijkers. Best krap met twee in een eenpersoonsbed, maar wel héél budgetvriendelijk. Boek dus toch best je accommodatie op voorhand als je in een drukke periode reist.
Tip:
Hoe schattig en lief de vele apen ook lijken, het zijn echte boeven. Ze werken samen om iets te stelen. Een paar apen zaten op het dak lawaai te maken. Toen de mensen naar buiten kwamen om te kijken waar het lawaai vandaan kwam, slopen andere de slaapkamer binnen.
3. Taman Negara
Het is het oudste nationale park van Maleisië en heeft ook het oudste oerbos ter wereld. Het staat bekend voor zijn prachtige flora. Het park ligt op een paar uur rijden van Kuala Lumpur en is dus gemakkelijk bereikbaar. Om in het park te geraken neem je een bus naar Jerantut. Daarna neem je een boot (3/4 uur)of een minibusje naar Kuala Tahan. Met de bus ben je er veel sneller, maar meestal wordt er aan de toeristen verteld dat je er alleen met de boot geraakt. Je neemt de boot beter om terug te keren. Dankzij de stroming duurt de tocht maar 2 uur.
Budgetaccommodatie is er genoeg, maar in het hoogseizoen is op voorhand reserveren wel aan te raden. Een bed in een dorm vind je al voor 10 RM (2,5 euro). Om naar het park te gaan, moet je de rivier oversteken. Dat kan met een van de vele taxibootjes voor 1 RM. Dan moet je je aanmelden bij de parkranger. Je naam wordt in een boek genoteerd. Als je geen georganiseerde wandelingen wilt doen, heb je de keuze uit een aantal bewegwijzerde routes. Je kan ook verder het park intrekken met een gids. Er is ook een canopywalk (5 RM) op 40 meter met een schitterend uitzicht. Jammer genoeg zitten er heel veel bloedzuigers in dit park. 's Avonds moet je zeker eten in een van de drijvende restaurantjes aan de oever van de rivier. Basic eten, maar lekker en niet duur.
In het park zijn er verschillende houten hutten (hides) waar je voor 5 RM kan slapen. Zo kan je écht een nacht in de jungle doorbrengen.
Tip:
Ik had nog nooit bloedzuigers gezien. Deze gemene (afschuwelijke!) beestjes kruipen langs je schoenen en benen omhoog en zuigen zich dan vol met je bloed. En je voelt er niets van. Ik ben er een hele avond niet goed van geweest.
Een local vertelde me dat je zout met een beetje water kan mengen en dat op je sokken en onderbenen moet uitsmeren. Het ziet er misschien niet uit, maar het helpt wel!
Het is het oudste nationale park van Maleisië en heeft ook het oudste oerbos ter wereld. Het staat bekend voor zijn prachtige flora. Het park ligt op een paar uur rijden van Kuala Lumpur en is dus gemakkelijk bereikbaar. Om in het park te geraken neem je een bus naar Jerantut. Daarna neem je een boot (3/4 uur)of een minibusje naar Kuala Tahan. Met de bus ben je er veel sneller, maar meestal wordt er aan de toeristen verteld dat je er alleen met de boot geraakt. Je neemt de boot beter om terug te keren. Dankzij de stroming duurt de tocht maar 2 uur.
Budgetaccommodatie is er genoeg, maar in het hoogseizoen is op voorhand reserveren wel aan te raden. Een bed in een dorm vind je al voor 10 RM (2,5 euro). Om naar het park te gaan, moet je de rivier oversteken. Dat kan met een van de vele taxibootjes voor 1 RM. Dan moet je je aanmelden bij de parkranger. Je naam wordt in een boek genoteerd. Als je geen georganiseerde wandelingen wilt doen, heb je de keuze uit een aantal bewegwijzerde routes. Je kan ook verder het park intrekken met een gids. Er is ook een canopywalk (5 RM) op 40 meter met een schitterend uitzicht. Jammer genoeg zitten er heel veel bloedzuigers in dit park. 's Avonds moet je zeker eten in een van de drijvende restaurantjes aan de oever van de rivier. Basic eten, maar lekker en niet duur.
In het park zijn er verschillende houten hutten (hides) waar je voor 5 RM kan slapen. Zo kan je écht een nacht in de jungle doorbrengen.
Tip:
Ik had nog nooit bloedzuigers gezien. Deze gemene (afschuwelijke!) beestjes kruipen langs je schoenen en benen omhoog en zuigen zich dan vol met je bloed. En je voelt er niets van. Ik ben er een hele avond niet goed van geweest.
Een local vertelde me dat je zout met een beetje water kan mengen en dat op je sokken en onderbenen moet uitsmeren. Het ziet er misschien niet uit, maar het helpt wel!