Santiago de Chile is een van de modernste en meest welvarende miljoenensteden van Zuid-Amerika. Oorspronkelijk waren we helemaal niet van plan om naar Santiago te gaan. Maar nadat onze camera In het noorden van Argentinië gestolen was en er in Argentinië een torenhoge taks op elektronica geheven wordt, besloten we toch even de grens over te steken. En ik moet zeggen... Chili, u heeft ons aangenaam verrast.
De stad werd in 1541 gesticht, maar door de vele aardbevingen telt de stad niet meer zo heel veel koloniale gebouwen. De Plaza de Armas is het levendige stadshart van Santiago en het ideale begin van een stadswandeling. De mooiste gebouwen hier zijn de kathedraal (pas in de 18de eeuw gebouwd), de Correo Central (het postgebouw) en het Museo Histórico Nacional. In dit mooie, gele gebouw krijg je een inleiding in de Chileense geschiedenis en op zondag is het gratis. Wil je echter meer te weten komen over de belangrijkste periode in de Chileense geschiedenis, moet je zeker naar het Museo de la Memoria y los Derechos Humanos (Museum van het Geheugen en de Mensenrechten, gratis, metrolijn 5, halte Quinta Normal). Dit moderne museum toont op indrukwekkende en tegelijkertijd confronterende manier de periode tussen 11 september 1973 en 10 maart 1990. De tentoonstelling begint bij de zelfmoord van de populaire socialistische president Allende tijdens de militaire coup van 1973. Daarna voert dictator Pinochet 30 jaar lang een schrikbewind waarin duizenden tegenstanders verdwenen of vermoord werden.
Een paar blokken ten zuiden van de Plaza de Armas bevindt zich de Palacio de la Moneda (metrolijn 1, halte La Moneda). In 1748 begon de constructie van dit koloniale Munthuis. Sinds 1845 doet het dienst als zetel van de regering en presidentieel paleis. Hier pleegde president Allende in 1973 zelfmoord tijdens de militaire coup die gepaard ging met bombardementen. Om de dag om 10 uur vindt hier de wisseling van de wacht plaats.
Tot slot is ook het Cementerio General (metrolijn 2, halte Cementerios) een bezoek meer dan waard. Het is een van de grootste kerkhoven van Latijns-Amerika met ongeveer 2 miljoen graven. Vraag zeker een plannetje aan de ingang of je raakt hier de weg kwijt. Je kan hier zelfs een fiets huren. Het werd in 1821 geopend en is zo'n 85 hectare groot. Wat meteen opvalt is dat kerkhoven hier niet uitsluitend een plaats voor verdriet zijn. Patio 29 waar 2000 politieke gevangenen begraven liggen. Velen anoniem.
Hier leven de doden verder. Veel belangrijke Chilenen - waaronder ook president Allende - zijn hier begraven. Naast de vele mausoleums - de een nog groter en monumentaler dan de ander - vind je hier ook de Na al die geschiedenis is het tijd om te ontspannen en waar kan je dat beter doen dan in een van de vele parken. Net als in andere Latijns-Amerikaanse landen leven de mensen veel meer buitenshuis. Dat merk je aan de parken die vooral 's avonds afgeladen vol zitten. Wandel zeker eens door het Parque Forestal langs de Mapocho rivier. De Cerro San Cristóbal (metrolijn 1 of 5, halte Baquedano) biedt het mooiste zicht over Santiago. Het is het tweede hoogste punt van de stad en vooral in het weekend komt iedereen hier ontspannen. Op frisse, heldere dagen of net na een regenbui zie je de besneeuwde toppen van de Andes rond de stad. Helaas zijn heldere dagen eerder zeldzaam in deze metropool die met smog te kampen heeft. Op de top van de heuvel staat een 22 meter groot beeld van de Maagd Maria. Er lopen wandelpaden omhoog, maar je kan ook de teleférico (kabelbaan) nemen. Verder heb je hier ook nog een zoo, zwembaden en het Parque Metropolitano, het grootste park van de stad. |
Santiago telt het grootste metronetwerk van Zuid-Amerika, maar in het centrum kan je ook veel te voet doen. Na een bezoek aan het historisch centrum kan je gaan lunchen in de Mercado Central (tussen San Pablo en Puente) met zijn vele visrestaurantjes. Maar de meeste Chilenen gaan lunchen in de Mercado La Vega, aan de overkant van de rivier Mapocho. Beneden vind je vele stalletjes met groenten, fruit en verse sapjes. Op de bovenverdieping zijn veel goedkope restaurants.
Daarna kan je de Barrio Bellavista verkennen. De wijk ligt tussen de rivier Mapocho en de Cerro San Cristóbal en staat vooral bekend als een bohemien wijk. Hier vind je veel hippe restaurants (vooral langs de Pío Nono), leuke boetiekjes en kleurrijke herenhuizen. Er wonen ook veel kunstenaars in deze wijk. Ga dus zeker op zoek naar de vele muurschilderingen en graffiti.
Daarna kan je de Barrio Bellavista verkennen. De wijk ligt tussen de rivier Mapocho en de Cerro San Cristóbal en staat vooral bekend als een bohemien wijk. Hier vind je veel hippe restaurants (vooral langs de Pío Nono), leuke boetiekjes en kleurrijke herenhuizen. Er wonen ook veel kunstenaars in deze wijk. Ga dus zeker op zoek naar de vele muurschilderingen en graffiti.
's Avonds moet je zeker en vast naar de Barrio Brasil (metrolijn 1, halte República of metrolijn 5, halte Cumming). In het midden van de 18de eeuw was het een residentiële wijk, wat nog steeds te merken is aan de talrijke grote herenhuizen. Tegenwoordig wonen hier veel jonge gezinnen uit de middenklasse. Op de Avenida Brasil liggen veel leuke cafeetjes met een uitgebreide bierkaart. Naast de lokale bieren staan ook verschillende Belgische bieren op de kaart. Of ga voor een 'terremoto' (aardbeving), een zoete Chileense cocktail op basis van goedkope witte wijn, ananasijs en likeur.
Wil je Santiago als local beleven? Ga dan een koffietje drinken in een 'Café con piernas' oftewel 'Koffie met benen'. Hier werken alleen maar meisjes in korte jurkjes en op hoge hakken. Niet te verwonderen dat het cliënteel hoofdzakelijk uit mannen bestaat. In deze koffiebars kan je trouwens niet zitten. Een van de bekendste ketens is Café Haiti.