We houden enorm van landen met veel cultuur en een rijke geschiedenis. En ook hierin stelde veelzijdig Colombia ons niet teleur. Tijdens de trekking naar de Ciudad Perdida in de groene Sierra Nevada de Santa Marta kwamen we al veel te weten over de Taironas, een van de oudste bevolkingsgroepen. Maar Colombia telt nog 2 andere belangrijke en interessante historische sites. Niet zo gemakkelijk bereikbaar, maar heel erg de moeite.
In het departement Huila, ten zuiden van Calí, liggen twee sites. Geografisch gezien zou je zeggen dat ze vlakbij elkaar liggen. Maar laat je niet misleiden, je hebt een hele dag nodig om van San Agustín in Tierradentro te geraken.
In San Agustín vind je vooral beelden die gebruikt werden om de graftombes van belangrijke overledenen te sieren. In Tierradentro zijn het overwegend graven en sommige hebben geweldige muurschilderingen die grotendeels bewaard gebleven zijn. Als je maar een site wil of kan bezoeken, zou ik toch zeker Tierradento aanraden.
In San Agustín vind je vooral beelden die gebruikt werden om de graftombes van belangrijke overledenen te sieren. In Tierradentro zijn het overwegend graven en sommige hebben geweldige muurschilderingen die grotendeels bewaard gebleven zijn. Als je maar een site wil of kan bezoeken, zou ik toch zeker Tierradento aanraden.
De beelden van San Agustín
in het departement Huila in het zuidwesten van Colombia ligt het dorpje San Agustín. Op 1800 m hoogte in de vallei van de Magdalenarivier werden hier in de 18e en 19e eeuw tombes en standbeelden uit de pre-Colombiaanse beschaving herontdekt. Dat leidde natuurlijk tot plunderingen. De tombes en standbeelden zouden dateren van 1000 v. Chr. tot 1500 n. Chr. , maar verder is er weinig bekend over deze oude beschaving omdat ze al verdwenen was voor de Spaanse verovering. Zelfs de naam is niet bekend. Sommige archeologen denken dat er een link zou kunnen zijn met de Mayas van Centraal-Amerika.
Slechts 10 % van de tombes en beelden zijn ontdekt, verspreid over de hele regio. Wil je de verschillende sites bezoeken, dan moet je hier toch enkele dagen voor uittrekken. Voor het archeologisch park en bijhorend museum heb je een halve dag nodig. Moeilijker te bereiken, maar even indrukwekkend is Alto de los Idoles, En op wandelafstand liggen ook nog kleinere sites: El Tablón, La Chaquira, La Pelota en El Purutal. Uit tijdsgebrek bezochten we alleen het museum en het archeologisch park, op zich voldoende als je een idee wil krijgen van deze oude beschaving.
Duidelijk is dat het leven na de dood belangrijker was dan het leven op aarde. Er werd veel aandacht besteed aan de graftombes en vooral de stenen beelden. Hiërarchie en status van de overledene beïnvloedden de grootte en de afwerking van de tombe. Er zijn tombes in verschillende vormen gevonden: rechthoekig, rond of ovaal. Ze gaan soms wel tot 3 meter diep. De beelden van vulkanische steen stellen dieren, krijgers, goden en mensen voor. Ze hadden vaak mooie kleuren als rood, geel wit en zwart, maar die zijn grotendeels verloren gegaan. In het archeologisch park zijn tussen de verschillende groepen tombes en graven mooie wandelpaden aangelegd.
Slechts 10 % van de tombes en beelden zijn ontdekt, verspreid over de hele regio. Wil je de verschillende sites bezoeken, dan moet je hier toch enkele dagen voor uittrekken. Voor het archeologisch park en bijhorend museum heb je een halve dag nodig. Moeilijker te bereiken, maar even indrukwekkend is Alto de los Idoles, En op wandelafstand liggen ook nog kleinere sites: El Tablón, La Chaquira, La Pelota en El Purutal. Uit tijdsgebrek bezochten we alleen het museum en het archeologisch park, op zich voldoende als je een idee wil krijgen van deze oude beschaving.
Duidelijk is dat het leven na de dood belangrijker was dan het leven op aarde. Er werd veel aandacht besteed aan de graftombes en vooral de stenen beelden. Hiërarchie en status van de overledene beïnvloedden de grootte en de afwerking van de tombe. Er zijn tombes in verschillende vormen gevonden: rechthoekig, rond of ovaal. Ze gaan soms wel tot 3 meter diep. De beelden van vulkanische steen stellen dieren, krijgers, goden en mensen voor. Ze hadden vaak mooie kleuren als rood, geel wit en zwart, maar die zijn grotendeels verloren gegaan. In het archeologisch park zijn tussen de verschillende groepen tombes en graven mooie wandelpaden aangelegd.
De graven van Tierradentro
We busten richting San Andrés de Pisimbalá en stapten 2 km voor het dorp uit. Hier ligt het Tierradentro Museum met enkele huizen, eenvoudige logementen en kleine winkeltjes. Hier komen veel minder toeristen dan in San Agustín, hoewel deze graven minstens even indrukwekkend zijn als de beelden.
Archeologen hebben ongeveer honderd tombes in de omgeving gevonden, maar geen grote centra. Daarom gelooft men dat het graven zijn van boeren. Ook hier is weinig geweten over de mensen die de cirkelvormige graven gebouwd hebben. Er zijn ook een aantal beelden gevonden, wat duidelijk wijst op een culturele invloed van San Agustín. De bloeiperiode van deze beschaving zou rond 700-900 n. Chr. geweest zijn, de beelden dateren van 500 jaar later. De meeste tombes zijn beschadigd en leeggeroofd door grafrovers, maar in een aantal tombes zijn de schilderingen enorm goed bewaard gebleven.
Alle graven waren prachtig gedecoreerd met geometrische motieven waarbij vooral rood en zwart tegen een witte achtergrond gebruikt werden. Natuurlijk hebben lang niet alle schilderingen de tand des tijds even goed doorstaan. De cirkelvormige tombes zijn verrassend groot, tot wel 12 meter breed en uitgehouwen in vulkanisch gesteente. Ze liggen soms net onder grond, soms tot wel 7 meter diep. De bolle plafonds worden ondersteund door massieve pilaren. De tombes lijken op de huizen van de levenden boven de grond, wat duidt op de continuïteit tussen leven en dood.
Tierradentro telt in totaal vijf sites: Segovia, El Duende, El Tablón, Alto de San Andrés en El Aguacate. We bezochten ze alle vijf tijdens een pittige, maar goed bewegwijzerde wandeling van 14 km. De groene, bergachtige omgeving is echt prachtig. Deze mensen wisten wel waar ze begraven wilden worden. Het pad begint net achter het Etnografisch Museum en leidt door San Andrés waar je lekker dan lunchen in La Portada, een restaurant van bamboe met lekkere roomijsjes als toetje. Daarna volg je gewoon terug het pad dat naast de zaak door loopt. De meest afgelegen en minst bezochte site is El Aguacate, op ongeveer anderhalf uur van San Andrés. Hier krijg je een schitterend uitzicht over de omringende valleien en je ziet een andere decoratiestijl in de tombes. Zeker de moeite dus. En daarna is het alleen maar bergaf tot aan de uitgang van het park :).
Archeologen hebben ongeveer honderd tombes in de omgeving gevonden, maar geen grote centra. Daarom gelooft men dat het graven zijn van boeren. Ook hier is weinig geweten over de mensen die de cirkelvormige graven gebouwd hebben. Er zijn ook een aantal beelden gevonden, wat duidelijk wijst op een culturele invloed van San Agustín. De bloeiperiode van deze beschaving zou rond 700-900 n. Chr. geweest zijn, de beelden dateren van 500 jaar later. De meeste tombes zijn beschadigd en leeggeroofd door grafrovers, maar in een aantal tombes zijn de schilderingen enorm goed bewaard gebleven.
Alle graven waren prachtig gedecoreerd met geometrische motieven waarbij vooral rood en zwart tegen een witte achtergrond gebruikt werden. Natuurlijk hebben lang niet alle schilderingen de tand des tijds even goed doorstaan. De cirkelvormige tombes zijn verrassend groot, tot wel 12 meter breed en uitgehouwen in vulkanisch gesteente. Ze liggen soms net onder grond, soms tot wel 7 meter diep. De bolle plafonds worden ondersteund door massieve pilaren. De tombes lijken op de huizen van de levenden boven de grond, wat duidt op de continuïteit tussen leven en dood.
Tierradentro telt in totaal vijf sites: Segovia, El Duende, El Tablón, Alto de San Andrés en El Aguacate. We bezochten ze alle vijf tijdens een pittige, maar goed bewegwijzerde wandeling van 14 km. De groene, bergachtige omgeving is echt prachtig. Deze mensen wisten wel waar ze begraven wilden worden. Het pad begint net achter het Etnografisch Museum en leidt door San Andrés waar je lekker dan lunchen in La Portada, een restaurant van bamboe met lekkere roomijsjes als toetje. Daarna volg je gewoon terug het pad dat naast de zaak door loopt. De meest afgelegen en minst bezochte site is El Aguacate, op ongeveer anderhalf uur van San Andrés. Hier krijg je een schitterend uitzicht over de omringende valleien en je ziet een andere decoratiestijl in de tombes. Zeker de moeite dus. En daarna is het alleen maar bergaf tot aan de uitgang van het park :).
Praktisch:
- In San Agustín verbleven we in de Residencia El Jardín, Car 11 n°4-10, 18.000/pers. Geen keuken.
- Inkom archeologisch park+museum van San Agustín: 20.000 COP/pers. Wij mochten binnen voor 10.000/pers. (08.00-16.00). Het is 3km wandelen van het dorp naar het archeologisch park. Of je kan een busje nemen, 800 COP (elke 15 min).
- Van San Agustín naar Tierradentro: via La Plata in colectivos. Vanuit Popayán zijn er directe bussen (5u) naar beide bestemmingen.
- Tierradentro: de belangrijkste graven zijn verlicht, maar wil je ze allemaal zien moet je een zaklamp/petzel meenemen. Verder ook een pet en voldoende water. Inkom: 20.000 COP, 2 dagen geldig (08.00-16.00). Er zijn 2 musea in de prijs inbegrepen. Het museum over de tombes zelf was in april 2015 gesloten voor verbouwingen.
- In Tierradentro zelf zijn een paar simpele hospedajes rond het park. Er is ook een hotel. We verbleven in Lucerna, 12.000/pers met gebruik van keuken. Ook in San Andrés de Pisimbalá kan je logeren.