Na zo'n 3 weken de Braziliaanse kust verkend te hebben, was het tijd om terug het groene en heuvelachtige binnenland in te gaan. We busten naar het betoverende Chapada Diamantina, een van de mooiste nationale parken in het land waar je prachtige dagwandelingen en zelfs heuse trektochten kan doen. Ooit zijn in deze regio veel diamanten gevonden, vandaar de naam.
Chapada Diamantina ligt 400 km landinwaarts van Salvador in de staat Bahia. Het park werd in 1985 opgericht en beslaat 152.000 hectaren ruw landschap met grillige heuvels, watervallen, natuurlijk zwembaden, grotten,... Het park herbergt zo'n grote biodiversiteit dat er elk jaar nog steeds 4 à 5 nieuwe plantensoorten en 3 diersoorten ontdekt worden.
Je hebt er verschillende uitvalsbasissen, de bekendste is het koloniale stadje Lençóis op een 5 á 6 uur van Salvador de Bahia. Maar de ontspannen sfeer en het prachtige landschap in Capão spraken ons nog meer aan.
Je hebt er verschillende uitvalsbasissen, de bekendste is het koloniale stadje Lençóis op een 5 á 6 uur van Salvador de Bahia. Maar de ontspannen sfeer en het prachtige landschap in Capão spraken ons nog meer aan.
Uitvalsbasis 1: Lençóis
Overal in het gebied heb je natuurlijk enorm veel outdoor opties en kan je verschillende meerdaagse trekkings door de valleien doen, maar allemaal redelijk prijzig als je het georganiseerd moet doen. Voetnoot: volgende keer nemen we onze tent en kampeermateriaal mee! Deze keer hielden we het dus bij daguitstappen. Net naast het dorp heb je de natuurlijke zwembadjes van Serrano waar het heerlijk vertoeven is. Als je deze rivier stroomopwaarts volgt, kom je nog veel watervalletjes tegen.
Een andere uitstap is een wandeling van een goede 7 km naar de Sossêgo Waterval. Ook hier volg je de rivier stroomopwaarts, waarbij je de rivier een aantal keer oversteekt en over grote rotsen moet balanceren. Op de rotsblokken aan de waterval kan je lunchen en zonnebaden. Het water is er wel ijskoud. Op de terugweg bezochten we nog Ribeirão do Meio, een natuurlijke glijbaan. Mits een paar aanwijzingen kan je hier wel op eigen houtje geraken.
Wil je graag zoveel mogelijk van de omgeving gezien hebben? Dan kan je best een dagtour door Chapada Diamantina doen. De gids bracht ons naar 5 verschillende plaatsen: Poço do Diabo, Gruta da Fumaça, Pratinha, Gruta Azul. En als perfecte afsluiter keken we naar de zonsondergang vanop de Morro Pai Inácio. Hier heb je een mooi 360 graden uitzicht over de regio en de andere heuvels.
Een andere uitstap is een wandeling van een goede 7 km naar de Sossêgo Waterval. Ook hier volg je de rivier stroomopwaarts, waarbij je de rivier een aantal keer oversteekt en over grote rotsen moet balanceren. Op de rotsblokken aan de waterval kan je lunchen en zonnebaden. Het water is er wel ijskoud. Op de terugweg bezochten we nog Ribeirão do Meio, een natuurlijke glijbaan. Mits een paar aanwijzingen kan je hier wel op eigen houtje geraken.
Wil je graag zoveel mogelijk van de omgeving gezien hebben? Dan kan je best een dagtour door Chapada Diamantina doen. De gids bracht ons naar 5 verschillende plaatsen: Poço do Diabo, Gruta da Fumaça, Pratinha, Gruta Azul. En als perfecte afsluiter keken we naar de zonsondergang vanop de Morro Pai Inácio. Hier heb je een mooi 360 graden uitzicht over de regio en de andere heuvels.
Uitvalsbasis 2: Capão
De derde dag namen we de bus naar Capão, een dorpje op ongeveer 2,5 uur van Lençóis. Door de afgelegen ligging komen hier veel minder toeristen, terwijl de natuur hier nog indrukwekkender is. De afgelopen jaren hebben veel buitenlanders zich hier gevestigd en bijna allemaal een pousada of camping geopend. Overnachtingsmogelijkheden genoeg dus in dit relaxed dorpje. Door het alternatieve karakter vind je hier ook heel gemakkelijk gezonde opties: bruin brood, organische producten en vegetarische opties.
Het dorp ligt in een vallei omgeven door groene bergen. De bekendste wandeling is naar de Rio Fumaça, een rivier die zich in een groene canyon stort. Wat een uitzicht! De tocht duurt 1,5 à 2 uur enkel. Het is eerste deel gaat 45 minuten lang serieus bergop, maar eenmaal je op het plateau komt is alles vlak. Let wel op, want op het plateau lopen verschillende paadjes, maar je moet eigenlijk altijd rechtdoor. De kans is zelfs groot dat je gewoon de groepen mensen moet volgen. Je kan de Fumaça zowel van de linker- als rechterkant bewonderen. Aan de linkerkant heb je een paar rotsen die uitsteken en vanwaar je leuke foto's van de canyon kan maken. Ook de ideale plek om je lunch op te eten. En 's avonds kan je je dan helemaal laten gaan bij pizzeria Al Capãone waar je voor R$3 per stuk vegetarische pizza met integrale bodem kan eten.
Het dorp ligt in een vallei omgeven door groene bergen. De bekendste wandeling is naar de Rio Fumaça, een rivier die zich in een groene canyon stort. Wat een uitzicht! De tocht duurt 1,5 à 2 uur enkel. Het is eerste deel gaat 45 minuten lang serieus bergop, maar eenmaal je op het plateau komt is alles vlak. Let wel op, want op het plateau lopen verschillende paadjes, maar je moet eigenlijk altijd rechtdoor. De kans is zelfs groot dat je gewoon de groepen mensen moet volgen. Je kan de Fumaça zowel van de linker- als rechterkant bewonderen. Aan de linkerkant heb je een paar rotsen die uitsteken en vanwaar je leuke foto's van de canyon kan maken. Ook de ideale plek om je lunch op te eten. En 's avonds kan je je dan helemaal laten gaan bij pizzeria Al Capãone waar je voor R$3 per stuk vegetarische pizza met integrale bodem kan eten.
Vanuit Capão kan je enorm veel wandeltochten doen dwars door de uitgestrekte groene valleien. Hiervoor kan je wel best met gids gaan. De laatste dag, voor we de nachtbus terug naar Salvador namen, wandelden we nog naar twee watervallen (Angélica en Purificação) in de buurt. De tweede vonden we niet (kan iedereen overkomen, toch ;) ). In plaats daarvan stonden we ineens op een geweldig uitkijkpunt over de Pati Vallei. Het kan moeilijk anders dan dat dit een van de mooiste trekkings in heel Brazilië is. En zo hebben we weer een reden om nog eens terug naar ons geliefd Brazilië te gaan :p.
Praktisch:
- De bus van Salvador naar Lençóis (BA): Rápido Federal, R$73.79, 5 á 6 uur.
- We verbleven bij Daime Sono (Rua das Pedras 102, vanaf R$30 voor een dormbed), goedkoop, maar daar is alles mee gezegd. Geen keuken en slechte wifi. Wij hadden de nachtbus genomen en kwamen al om 4 uur in Lençóis aan. Tegen een halve dagvergoeding mochten we toch nog even slapen en ook ontbijten.
- De wandeling naar de waterval Sossêgo regelden we via het hostel, R$60 pp op basis van 6 personen.
- De dagtour regelden we via de gidsenvereniging van Lençóis, R$150 pp (alle inkom inbegrepen). Je vindt overal verschillende prijzen, maar vraag goed na wat juist in de prijs inbegrepen is.
- Van Lençóis naar Capão: neem de Rápido Federal verder tot Palmeiras. Dan een busje naar Capão (1,5 u), tussen de R$12 en 20, soms afhankelijk van het aantal passagiers.
- In Capão sliepen we in de Pousada Sempre-Viva, R$30 pp. Je kan er ook kamperen. Er is een heel basic keuken.