Colombia is beroemd voor zijn koffie. En aangezien wij gek zijn op dit cafeïnerijke drankje mocht een bezoek aan de Eje Cafetero, de koffiezone, zeker niet ontbreken. We verbleven enkele dagen in het landelijke en pittoreske Salento, op een uurtje ten noordoosten van Armenia. Het is het oudste dorpje van het departement Quindío en ligt in een prachtig groen heuvellandschap met koffieboerderijen, fruitplantages en nationale parken.
De Eje Cafetero strekt zich uit over drie departementen: Caldas, Risaralda en Quindío. In de 20e eeuw begonnen boeren hier koffie te verbouwen en al snel werd dat het belangrijkste Colombiaanse exportproduct. De regio heeft een eigen identiteit en een gastvrijheid die veel toeristen aantrekt.
Salento is een van de meest toeristische plaatsen in de koffiezone en kan je maar beter tijdens de week bezoeken. Hier ervaar je het echte Colombiaanse plattelandsleven en kan je de schitterende landschappen te voet verkennen. Het dorp ligt in de Cordillera Central op 1900 m en heeft een koel klimaat. Vergeet je trui en regenjas niet mee te nemen!
We zetten even onze favoriete activiteiten op een rijtje:
Salento is een van de meest toeristische plaatsen in de koffiezone en kan je maar beter tijdens de week bezoeken. Hier ervaar je het echte Colombiaanse plattelandsleven en kan je de schitterende landschappen te voet verkennen. Het dorp ligt in de Cordillera Central op 1900 m en heeft een koel klimaat. Vergeet je trui en regenjas niet mee te nemen!
We zetten even onze favoriete activiteiten op een rijtje:
#1 Wandel tussen de hoogste palmen ter wereld
Vanaf het centrale plein in Salento brengen Willys Jeeps de toeristen naar het Nationaal Park Valle de Cocora, 11 km verder. In dit park vind je de nationale boom en het symbool van Colombia: de waspalm. Waspalmen kunnen wel 60 m hoog worden. en zijn dan ook de hoogste palmen ter wereld. En dit is de enige plaats waar je ze in hun natuurlijke habitat kan zien.
De vallei heeft een uniek ecosysteem en maakt deel uit van het Nationaal Park Los Nevados. Met gids kan je verder wandelen en een van de acht vulkanen beklimmen. Maar ook in Valle de Cocora kan je gemakkelijk een halve of hele dag doorbrengen, zonder gids. Er zijn verschillende bewegwijzerde wandelpaden. Je kan ook een tocht met een paard maken, maar daar houden we niet zo van.
Een interessante en niet te moeilijke wandeling is naar Acaime en La Montaña. Reken op ongeveer 6 uur. Via een modderig pad - het had de hele nacht gegoten - en 6 hangbruggen over de rivier San José wandelden we richting het nevelwoud. Rondom ons zagen we de eerste waspalmen. Ze waren nog redelijk ver weg, maar we konden al zien dat ze enorm groot zijn. Hoewel hier altijd nevelwolken hangen, was het die dag wel heel erg bewolkt, maar blijkbaar kan je hier het weer niet echt voorspellen. Aangekomen bij Acaime betaalden we de inkom en kregen we een warm of een koud drankje van een eerder norse vrouw. Hier kan je kolibries observeren die komen drinken aan de waterbakjes. We hadden het ons iets natuurlijker voorgesteld, maar goed. We moesten een klein stukje terug en volgden de pijl naar Finca La Montaña. Het pad liep 0,8 km stijl omhoog tussen de bomen, maar zoals altijd werd de zware inspanning met een prachtig uitzicht beloond. Op 2860 m rustten we even uit en genoten we van de heerlijke chocolademelk met verse kaas, een typische Colombiaanse versnapering. Daarna wandelden we bergaf terug naar het startpunt, maar dit keer tussen de waspalmen. Deze kaarsrechte palmen zijn echt indrukwekkend en fotogeniek. Na de zoveelste foto van het imposante landschap, moesten we ons nog haasten om de laatste jeep terug naar Salento te nemen (17 uur).
De vallei heeft een uniek ecosysteem en maakt deel uit van het Nationaal Park Los Nevados. Met gids kan je verder wandelen en een van de acht vulkanen beklimmen. Maar ook in Valle de Cocora kan je gemakkelijk een halve of hele dag doorbrengen, zonder gids. Er zijn verschillende bewegwijzerde wandelpaden. Je kan ook een tocht met een paard maken, maar daar houden we niet zo van.
Een interessante en niet te moeilijke wandeling is naar Acaime en La Montaña. Reken op ongeveer 6 uur. Via een modderig pad - het had de hele nacht gegoten - en 6 hangbruggen over de rivier San José wandelden we richting het nevelwoud. Rondom ons zagen we de eerste waspalmen. Ze waren nog redelijk ver weg, maar we konden al zien dat ze enorm groot zijn. Hoewel hier altijd nevelwolken hangen, was het die dag wel heel erg bewolkt, maar blijkbaar kan je hier het weer niet echt voorspellen. Aangekomen bij Acaime betaalden we de inkom en kregen we een warm of een koud drankje van een eerder norse vrouw. Hier kan je kolibries observeren die komen drinken aan de waterbakjes. We hadden het ons iets natuurlijker voorgesteld, maar goed. We moesten een klein stukje terug en volgden de pijl naar Finca La Montaña. Het pad liep 0,8 km stijl omhoog tussen de bomen, maar zoals altijd werd de zware inspanning met een prachtig uitzicht beloond. Op 2860 m rustten we even uit en genoten we van de heerlijke chocolademelk met verse kaas, een typische Colombiaanse versnapering. Daarna wandelden we bergaf terug naar het startpunt, maar dit keer tussen de waspalmen. Deze kaarsrechte palmen zijn echt indrukwekkend en fotogeniek. Na de zoveelste foto van het imposante landschap, moesten we ons nog haasten om de laatste jeep terug naar Salento te nemen (17 uur).
#2 Bezoek een lokale koffieboer
Het was een uurtje wandelen langs groene velden, bananenplantages en veel koffiestruiken tot aan de koffieboerderij van Don Elias. Tegenwoordig nemen zijn kinderen en kleinkinderen het werk op zich, maar het blijft een familiebedrijf. Op deze kleinschalige koffieboerderij wordt organische koffie verbouwd. Hier geen chemicaliën of monocultuur. Tussen de koffiestruiken stonden verschillende fruitbomen en bananenplanten die de nodige schaduw geven aan de koffiebesjes. Elke koffieplant gaat 8 jaar mee, daarna worden ze gesnoeid. Na 24 jaar produceert de plant niet meer genoeg besjes en wordt ze vervangen door een nieuw plantje.
Onze gids, een kleinzoon van Don Elias, gaf een rondleiding door de plantage. Al pratend plukte hij in een recordtempo dieprode koffiebesjes van de struiken. Sommige struiken hadden gele bessen, een Colombiaanse variëteit. Het was half april en dus was het oogsttijd. De belangrijkste oogst heeft echter plaats van oktober tot december.
Het hele proces van koffiebes tot kopje koffie werd uitgelegd en getoond. We pelden de koffiebes en mochten de rauwe bonen proeven. Raar, die smaakten eerder zoet en helemaal niet naar koffie. Het zoete honingachtige vliesje rond de koffieboon moet er eerst rond uit. Dan worden de bonen op natuurlijke wijze gedroogd door de zon of in een serre. Pas als de bonen geroosterd worden, krijg je de koffiesmaak. Om de beste koffie te verkrijgen moeten de bonen medium geroosterd worden. Slechte koffie wordt vaak meer geroosterd om rare smaakjes te maskeren.
Op het einde kregen we een kopje heerlijk geurende koffie in een leuk tasje. En natuurlijk namen we een zakje koffie mee. Dat vind ik nog altijd de leukste souvenirs.
Onze gids, een kleinzoon van Don Elias, gaf een rondleiding door de plantage. Al pratend plukte hij in een recordtempo dieprode koffiebesjes van de struiken. Sommige struiken hadden gele bessen, een Colombiaanse variëteit. Het was half april en dus was het oogsttijd. De belangrijkste oogst heeft echter plaats van oktober tot december.
Het hele proces van koffiebes tot kopje koffie werd uitgelegd en getoond. We pelden de koffiebes en mochten de rauwe bonen proeven. Raar, die smaakten eerder zoet en helemaal niet naar koffie. Het zoete honingachtige vliesje rond de koffieboon moet er eerst rond uit. Dan worden de bonen op natuurlijke wijze gedroogd door de zon of in een serre. Pas als de bonen geroosterd worden, krijg je de koffiesmaak. Om de beste koffie te verkrijgen moeten de bonen medium geroosterd worden. Slechte koffie wordt vaak meer geroosterd om rare smaakjes te maskeren.
Op het einde kregen we een kopje heerlijk geurende koffie in een leuk tasje. En natuurlijk namen we een zakje koffie mee. Dat vind ik nog altijd de leukste souvenirs.
#3 Kuier door pittoresk Salento
Salento is niet groot en kan je dus heel gemakkelijk te voet verkennen. Ga zeker souvenirshoppen in de Calle Real (Carrera 6), maar koffie kan je beter gewoon in de supermarkt of rechtstreeks bij een koffieboer kopen. Aan het einde van de straat leiden trappen naar een uitkijkpunt.
In heel Salento zal je veel kleurrijke huizen tegenkomen. Vooral aan het houtwerk is veel aandacht besteed; prachtige balkons, ramen en voordeuren vrolijken het straatbeeld op. De regio staat bekend voor zijn forel die op verschillende manieren bereid wordt. Ga ook zeker een koffietje drinken in de Café Quindío op het centrale plein. Het is een van de beste koffies van de regio.
In heel Salento zal je veel kleurrijke huizen tegenkomen. Vooral aan het houtwerk is veel aandacht besteed; prachtige balkons, ramen en voordeuren vrolijken het straatbeeld op. De regio staat bekend voor zijn forel die op verschillende manieren bereid wordt. Ga ook zeker een koffietje drinken in de Café Quindío op het centrale plein. Het is een van de beste koffies van de regio.
#4 Wandel naar de waterval Santa Rita
De groene heuvelachtige omgeving van Salento nodigt uit tot wandelen. We wilden naar de waterval Santa Rita gaan en wandelden bergaf richting Armenia naar het volgende dorp. Onderweg passeerden we vruchtbare heuvels en veel bamboebossen. In het dorpje Boquía sloegen we meteen na de rivier Quindío rechtsaf en moesten we alleen de bordjes volgen. Niet lang daarna kwamen we aan bij Hacienda Santa Rita en werd het pad iets modderiger. We moesten door een oude spoorwegtunnel wandelen en staken verschillende keren een riviertje over. De waterval op zich stelt niet veel voor en is ijskoud, maar het landschap en het uitzicht tijdens de wandeling zijn wel spectaculair. Om terug te gaan naar Salento, dat serieus bergop ligt, namen we een busje (1000 COP).
Praktisch:
- Wij verbleven in Casa Borbón, Carrera 8 5-26 (zonder reservering). Tijdens de week betaalden we 50.000 ipv 80.000 COP voor een tweepersoonskamer. Vraag een kamer met terras :)
- Willys Jeeps naar Valle de Cocora: 3400 COP. Valle de Cocora: geen inkom. Finca Acaime (kolibries): 5000 COP inclusief drankje.
- Finca Las Brisas, Don Elias. Vereda Palestina Km 4,5, Salento. Tour (zonder afspraak): 6000 COP, zakje koffie (250gr): 11.000 COP.
- Wandeling naar Santa Rita: toegang tot waterval 3000 COP, te betalen bij Hacienda Santa Rita.
- Elke 20 minuten is er een bus naar Armenia.